COLUMN CASEMANAGER Een leuke column.
Nu is deze te lezen in een kleinere omgeving, maar biedt veel herkenning.
“Stel vragen, maar nooit om te plagen”
“Kan uw man zich zelf nog wassen en aankleden?”, vraagt de jongedame die bij Egbert en Jannie aan de keukentafel zit. Ze stelde zich bij binnenkomst voor als Kelly en is gekomen om te onderzoeken of Egbert in aanmerking komt voor de Wet langdurige zorg. Hij was daarnet nog zó goed gemutst. Ondanks dat hij door hersenschade moeite heeft de juiste woorden te vinden maakte hij in de hal nog een grapje over zijn geheugen: “Ik heb ze nog alle 5 op een rij hoor… Ze werken alleen in ploegendiensten”.
De dame van het Centrum Indicatiestelling Zorg gniffelde wat ongemakkelijk na die leuke grap waar ik zelf, na de zoveelste keer dat ik het hem hoor zeggen, nog steeds hard om kan lachen. Vooral omdat ik zijn ogen erbij zie twinkelen. Een geluksmomentje.
Maar snel nadat iedereen aan tafel zit verandert de stemming als Kelly met haar vragenlijst begint en zich
daarbij volledig richt op Jannie. Ik kijk naar Egbert. Arme Egbert. Hij voelt zich buitengesloten maar kan
geen woorden geven aan zijn gevoel. Zijn gezicht betrekt en hij schuifelt wat onrustig met zijn billen heen en weer op de stoel.
Kelly merkt het niet en is al bezig met de volgende vraag. “Pardon Kelly”, zeg ik. “Mag ik je even onderbreken? Zou je je vragen misschien aan Egbert zelf willen stellen? En mocht hij zelf niet uit zijn woorden komen, dan vindt hij het wellicht prima dat je het aan Jannie vraagt, toch Egbert?” Ik kijk hem aan. Hij strekt zijn rug en kijkt alweer wat vrolijker.
Vanaf dat moment loopt het gesprek voor iedereen prettig en daar waar Egbert even niet uit zijn woorden komt, vult Jannie aan. Echt contact maken gebeurt niet alleen door middel van oogcontact, maar vragen stellen en toestemming vragen is daarbij net zo belangrijk. Zo blijven we als mensen onderling betrokken en verbonden met elkaar, met of zonder dementie. Alleen is het voor mensen met dementie essentieel om zich, terecht, een gelijkwaardig mens te blijven voelen, met een mening die er toe doet. Als we vergeten iemand met dementie te betrekken bij wat we doen, dan ligt de focus gevoelsmatig op de ziekte en de tekortkomingen die daar ongewild door ontstaan. Het gevolg is dan logischerwijs onrust en een slecht humeur. Vaak is boosheid de enige manier om dat te kunnen uiten. Stel dus gewoon lekker veel vragen aan elkaar, maar doe het bij mensen met dementie nooit met de intentie om te testen. Dat is uitsluitend aan de dokter die een diagnose moet stellen. Dus niet: Wat voor dag is het vandaag? Weet je nog wie ik ben? Wie is er jarig vandaag? Wat hebben we gisteren gedaan?
Maar wel: Vind je het goed dat ik even met je meeloop? Wat vind je van mijn nieuwe coupe? Heb je
nog een goed advies voor mij? Of: Vertel eens, hoe deed jij dat vroeger?